ABC Player/Poker
De term ABC wordt gebruikt om aan te geven dat een speler degelijk, maar voorspelbaar poker speelt. Deze speler houdt zich strict aan richtlijnen die hij vantevoren heeft opgesteld en maakt praktisch nooit uitzonderingen hierop. Beginnende spelers met redelijke basiskennis spelen vaak ABC poker. Ook spelers die erg veel tafels tegelijk spelen moeten zich vaak beperken tot dit type poker. Op de lage limieten kan door solide ABC poker te spelen prima gewonnen worden.
Advertise
Opzettelijk afwijken van je normale spel om je tegenstanders te misleiden en de indruk te wekken dat je een zwakke speler bent. Meestal gaat het om het maken van een bluf of het spelen van een zwakke starthand.
A-game
Zo goed spelen als mogelijk is gezien je eigen niveau op dat moment. Van spelers die slechter pokeren dan ze zouden kunnen op een bepaald ogenblik kun je zeggen dat ze hun B-game, of wellicht zelfs hun C-game, spelen.
All-In
Wanneer je al je chips die je hebt aan tafel inzet. All-in gaan komt met name voor in no limit games. Als een speler meer chips inzet dan jij hebt dan kun je vervolgens all-in gaan. Er wordt nu een side pot gecreëerd waarin het deel van de chips wat jij niet kon callen gestopt wordt. Op dit deel van de pot kun jij vervolgens geen aanspraak meer maken, maar natuurlijk kun je wel de hoofdpot winnen.
Backdoor Flush
Wanneer je drie kaarten van een flush hebt op de flop. Bijvoorbeeld je hebt in handen KTc en de flopt komt met Ac Js 4d. Je hebt hier drie klaveren. Met nog een klaveren op de turn en de river maak je je flush. Op zichzelf is dit een zwakke draw, maar in combinatie met andere draws of een zwak paar maakt een backdoor flush draw je hand vaak de moeite waard. Zie ook runner.
Bad Beat
Wanneer een hand die veruit de favoriet was om te winnen in het begin van de hand verliest van een hand die ver achterlag. Meestal wordt de term gebruikt als de uiteindelijke winnaar van de hand eigenlijk niks te zoeken had in de pot met zijn zwakke hand, maar door veel geluk toch de winnaar wordt.
Bankroll
Het totale bedrag dat een speler gereserveerd heeft voor het spelen van poker.
Bankroll management
Het opstellen van regels door winnende pokerspelers om de fluctuaties in het poker op te kunnen vangen. Lees het artikel over bankroll management.
Belly Buster
Een inside straight. Synoniem en toelichting: Gutshot.
Big Blind (grote blind)
De grootste van de twee verplichte inzetten in een Hold’em game. De grote blind is net zo groot als een small bet. Zie ook Small Blind.
Big Blind special
Een erg slechte starthand waarmee de big blind gratis een flop mag zien, die hem vervolgens een sterke hand geeft.
Big Slick
Een bijnaam voor AK (suited en off-suit) als holecards.
Blank
Een ‘ongevaarlijke’ kaart bij de board cards. Het is een kaart waarvan je denkt dat hij niemand zijn hand zal verbeteren. Stel op het board ligt: Kd Td 9s. Op de turn komt de 3c. De drie is een blank. Komt hier echter een ruiten of een boer dan is dat geen blank, iemand kan zijn flush of straight nu gemaakt hebben. Synoniem: brick.
Bluff
Betten of raisen zonder dat je de beste hand hebt om te proberen spelers met een betere hand te laten folden. Doel is om de pot te winnen doordat iedereen foldt.
Board (Cards)
De term community cards wordt ook gebruikt. Dit zijn de kaarten in een pokerhand die iedereen mag gebruiken. Ze worden in het midden van de tafel gedeeld door de dealer in een hold’em game.
Boat
Een ander woord voor Full House (zie handrankings).
Bonus
Een bonus is een extra bedrag dat een speler toegewezen krijgt van een online pokerroom bij het maken van een (eerste) storting of het aanmaken van een real-money account. Vaak wordt de bonus automatisch toegewezen, in andere gevallen moet de speler gebruik maken van een bonus code. Deze code dient dan ingevuld te worden in een speciaal veld tijdens de registratie van de account bij de pokerroom of bij het maken van een storting.
Bot
Voluit: Robot. Een bot is een computerprogramma dat speelt bij een pokerroom zonder dat de speler zelf betrokken is bij het spel. Pokerrooms verbieden bots, omdat ze de eerlijkheid van het spel in gevaar brengen. Gebruikers die bots blijken te draaien worden dan ook door de pokerroom afgesloten.
Bottom pair
Een paar bestaande uit een van je hole cards en de laagste kaart op het board. Zie ook middle pair, top pair.
Brick
Een ander woord voor blank.
Broadway
Een straat van tien tot aas. De hoogst mogelijke straight.
Burn
Het wegleggen van de bovenste kaart van het kaartspel door de dealer voor het delen van de flop, turn en river. De burned card wordt bij de muck gelegd. Het burnen van kaarten is een veiligheidsmaatregel die moet voorkomen dat een speler de volgende kaart kan herkennen.
Button
Een plastic schijf die voor een speler op tafel geplaatst wordt om aan te geven dat hij de dealer is. Meestal worden de kaarten niet door spelers zelf gedeeld, maar door een medewerker van het casino. De speler die de button voor zich heeft (’hij zit op de button’) is in alle inzetronden als laatste aan de beurt, met uitzondering van de eerste ronde (pre-flop). Hij heeft positioneel voordeel ten opzichte van de andere spelers. Zie ook de pagina positie.
Call
Het in de pot stoppen van een hoeveelheid geld, overeenkomend met het bedrag na de laatste bet of raise. Zie ook check, raise, fold.
Calling Station
Ook wel aangeduid als een loose passive (LP) speler. Deze speler callt met een hoop van zijn handen. Raisen doet hij zelden, maar hij zal vaak met bottom pair callen tot aan de river in de hoop dat hij zich verbetert.
Dit hoeft niet altijd slecht te zijn, in loose games zal hij dikwijls de pot odds hebben om deze calls terecht te maken. Deze speler let daar echter niet op en callt ook in kleine potten waarin hij de odds duidelijk niet heeft. Hij zal relatief veel potten winnen, maar veel geld verliezen. Een tegenstander die je graag aan je tafel wilt zien en die verantwoordelijk is voor een aanzienlijk deel van je winsten.
Cap
Wanneer je de laatste toegestane verhoging in een inzetronde maakt. In online pokerrooms is de betting meestal capped bij vier bets, oftewel na drie raises. Bij enkele pokerrooms wordt de cap niet toegepast wanneer slechts twee spelers nog in de hand zitten. Er kan in dat geval geraisd worden tot een van de spelers geen chips meer voor zich heeft en dus all-in is.
Card Dead
Een lange reeks slechte starthanden ontvangen waarmee niks te beginnen is.
Case
De laatste kaart van een bepaalde rank die nog in het kaartspel zit. Bijvoorbeeld: je hebt 77 in handen en de flop komt met A K 7. Op de river komt er nog een 7. Deze laatste 7 wordt dan aangemerkt als de case zeven.
Cash Game
Synoniem en toelichting: Ring game
Chase
Doorspelen met een hand in de hoop een betere hand te maken op de turn of river. De term “chaser” wordt vaak in negatieve zin gebruikt voor spelers die tegen de odds in doorspelen met een hand en de favoriet uiteindelijk verslaan.
Check
Actie waarbij je geen geld in de pot stopt. Je ziet af van een bet wanneer je aan de beurt bent. Een check kun je ook zien als een call als de inzet $0 is. Wanneer de actie weer bij je terug komt kan je besluiten om te callen of raisen. Dat laatste wordt een Check-raise genoemd. Zie ook call, raise, fold.
Check-raise
Eerst checken en vervolgens raisen wanneer een speler achter je een bet maakt. Dit is vooral effectief in limit hold’em. Het kan je hand beschermen doordat je spelers die na je aan de beurt zijn confronteert met het callen van twee bets. Ook kan het een manier zijn om meer geld in de pot te krijgen.
Sommige spelers zeggen dat check-raisen niet eerlijk is. Dat is onzin. Het is een belangrijk instrument in hold’em dat essentieel is bij het beschermen van handen en dat spelers in vroege positie compenseert voor het nadeel van hun positie in een bepaalde hand.
Cold Calling
Het callen van een bet en een raise zonder dat je al geld in de pot gestopt hebt (een raise callen vanuit de blinds callen is dus geen cold call). Cold callen is bijna altijd verkeerd en vaak een van de grootste leaks van beginnende hold’em spelers. Als je een echt sterke hand hebt hoor je te raisen. Is je hand marginaal dan moet je niet callen, maar folden bij een raise. Handen waarbij cold callen wel acceptabel kan zijn: AQs, AJs en KQs (richtlijnen boek Small Stakes Hold’em).
Cold Cards
Een lange reeks van slechte kaarten.
Collusion
Een vorm van valsspelen bij poker. Bij collusion spelen twee of meer spelers samen aan dezelfde tafel en informeren elkaar over hun kaarten. Zo proberen zij een voordeel te creëren ten opzichte van andere spelers. Collusion is illegaal en wordt bestraft door pokerrooms. Pokerrooms kunnen collusions op het spoor komen door te kijken welke programma’s er gedraaid worden door gebruikers (chat, IM, etcetera) en door hand histories te onderzoeken.
Come (on the come)
Een hand die nog niet compleet is en hulp nodig heeft van de nog komende board cards. Bijvoorbeeld: vier kaarten naar een flush.
Community cards
Zie Board Cards.
Connectors
Opeenvolgende kaarten van je hole cards. Voorbeelden zijn 34, QJ. Als de kaarten ook nog van dezelfde ‘kleur’ zijn dan spreekt men van suited connectors, bijvoorbeeld QJ van klaveren.
Counterfeit
Wanneer een kaart op het board verschijnt die je goede hand veel minder waard maakt. Stel je hebt 67 en de flop komt met 8 9 T. Je hebt een straight. Op de turn verschijnt vervolgens de J. Je hand is nu vrijwel zeker niets meer waard als er nog een paar tegenstanders in de hand zitten. Hier kan je zeggen dat: ‘the jack has counterfeited my hand’.
Cowboys
Benaming voor pocket kings (KK).
Crying call
Een call die je maakt, terwijl je eigenlijk verwacht dat je de hand zult verliezen. Als de pot groot is dan moet je soms toch callen ook al denk je dat je beat bent. Kijk naar de pot odds die je krijgt voor de call. Krijg je bijvoorbeeld 10:1 dan hoef je maar in 10% van de gevallen te winnen om je call correct te maken.
Cut-off
De speler die direct rechts naast de button zit. Hij is dus als een na laatste aan de beurt in alle inzetronden, met uitzondering van de eerste (pre-flop). Zie ook de pagina positie.
Dead money
Geld dat in de pot gestopt is door iemand die niet meer in de hand zit of die geen kans meer heeft om de pot te winnen. De term wordt ook gebruikt wanneer een onervaren of slechte speler een toernooi speelt en eigenlijk geen kans heeft om te winnen.
Dog
Een korter woord voor underdog.
Dominated Hand
Een hand die bijna altijd verliest van een vergelijkbare hand met een betere kicker. Stel je speelt K7. De flop komt met een koning en je bet. Je tegenstander raist je en je callt hem tot aan de river waar hij KQ laat zien. Aangezien hij de betere kicker heeft, wint hij in deze situaties bijna altijd, tenzij je je weet te verbeteren (wat meestal niet gebeurd). Het is daarom zaak om gedomineerde handen zoveel mogelijk te vermijden.
Donkbet
Als eerste een bet maken op de flop tegen de pre-flop raiser, of een hele kleine bet maken in verhouding tot de potgrootte. Er kan ook sprake zijn van een Mini-Donkbet wanneer de bet relatief heel laag is ten opzichte van de potgrootte.
Donkey
Een term die gebruikt wordt om een slechte speler aan te duiden. Zie ook fish.
Double Belly Buster
Een dubbele inside straight draw. Je hebt hier twee mogelijkheden om je inside staight te maken. Voorbeeld: je hebt J9 en de board is K T 7. Een 8 en een Q geven je allebei je inside straight. Deze hand heeft acht outs in plaats van de vier voor een normale inside straight draw. Zie ook Gutshot.
Double or Nothing (DoN)
Een speciaal soort single table Sit and Go toernooi waarin de eerste vijf spelers winnen en hun buy-in verdubbelen en de nummers zes tot tien niets winnen. Zie het artikel Double or Nothing Strategie voor meer info over DoN’s.
Draw
Proberen je hand te verbeteren met de board cards op de turn en/of river. Bijvoorbeeld: je hebt JT en de board is 9 Q 3. Een 8 of K geeft je een straat. Je hebt een straight draw.
Drawing dead
Wanneer je speelt met een drawing hand die zal verliezen, zelfs als je je kaart hit op de turn of river. Bijvoorbeeld: je hebt As Ks. De board op de turn is: 9s 9h 8s Jd. Je hebt negen ‘outs’ naar de flush. Helaas heeft je tegenstander met 8h 8c al een full house geflopt. Je drawt dead.
Equity
Het deel van de pot dat correspondeert met de waarde van je hand op dat moment. Bijvoorbeeld: je zit met twee tegenstanders in een pot die $100 groot is en jouw sterke hand zal uiteindelijk in 50% van de gevallen winnen. Je equity in deze hand is nu $50.
Expected value
Expected Value (verwachting of verwachtingswaarde, afkorting: EV). Term die gebruikt wordt in de kansberekening (link). In poker heeft iedere pokerhand een bepaalde verwachtingswaarde. Bij iedere beslissing die je neemt in een pokerhand (betten, raisen of folden) probeer je de keuze te maken die de beste verwachtingswaarde met zich mee brengt.
Family Pot
Een pot waarbij vele spelers callen voor de flop.
Fast Play
Het tegenovergestelde van slowplaying. Je hebt een erg sterke hand en je bet en/of raist.
Fish
Een slechte speler die structureel grote verliezen lijdt, zie ook donkey. De tegenpool van de shark die juist een structurele winnaar is.
Fold
Het opgeven van een hand na een bet van tegenstander. De speler kan na het folden geen extra geld meer verliezen, maar hij maakt geen aanspraak meer op het winnen van de pot. De term mucken wordt ook wel gebruikt. Zie ook check, raise, call.
Fold Equity
De extra waarde die je krijgt van een hand wanneer een tegenstander foldt na jouw bet. Als een tegenstander een zwakke hand heeft, maar jij hebt ook (nog) niet veel dan is het goed mogelijk dat een bet toch de beste keuze is. De kans dat je tegenstander de bet callt is klein – je hand heeft fold equity.
Free Card
Wanneer je de turn- of riverkaart kunt zien zonder dat je een bet hoeft te callen. Vaak kun je een free card afdwingen door aggressief te spelen op de flop bij flush- of straight draws. Stel je hebt A9 van ruiten op de button. De flop komt met K 8 3, waarvan de K en 8 ook van ruiten zijn. Voor je wordt gebet en er is een caller. Jij raist, de twee tegenstanders callen. Het gebeurt vaak dat de turn nu naar je toe gecheckt wordt. Als je je flush hebt gemaakt dan bet je natuurlijk. Is de turn geen ruiten dan kun je checken en gratis de riverkaart zien. Door de raise op de flop bespaar je jezelf het callen van een big bet op de turn. Dit scheelt een small bet iedere keer als deze free card play lukt.
Freeroll
1. Een toernooi georganiseerd door een pokerroom waarvoor niet betaald hoeft te worden door de spelers om er aan deel te nemen. Pokerrooms gebruiken freerolls doorgaans als promoties om (nieuwe) spelers aan te trekken.
2. Een situatie in een pokerhand waarbij speler 1 dezelfde hand heeft als speler 2, maar een speler heeft een draw naar een sterkere hand en de ander niet. Bijvoorbeeld: jij hebt Ah Jh en je tegenstander heeft Ad Js. De flop is: Tc Qh Kh. Op dit moment hebben jullie allebei de nuts, echter jij hebt ook nog een draw naar een betere hand: de nut-flush! Je kunt deze hand sowieso niet meer verliezen en je hebt de turn en de riverkaart om de flush te maken. Dit is een freeroll.
Grinder
Een winnende pokerspeler die zijn geld verdiend met een tighte, maar niet optimale strategie. Een grinder speelt online meestal op meerdere tafels tegelijk en houdt een tighte speelstijl aan die makkelijk te volgen is en relatief weinig denkwerk vereist.
Gutshot
Een inside straight. Bijvoorbeeld: je hebt Th Jh en de board is Qs 6d 8c. Een 9 geeft je je straight. Synoniem: Belly Buster. Zie ook Double Belly Buster.
Hand History
Veelal een normaal tekstbestand dat het verloop van een pokerhand bevat. Pokerrooms stellen hand histories vaak beschikbaar om spelers hun spel te laten bestuderen en om de eerlijkheid van de software te garanderen. Hand histories worden soms direct op de PC van de speler opgeslagen, soms kan een speler hand histories opvragen bij de pokerrooms via e-mail.
Hero call
Een call van een grote bet met een relatief zwakke hand in de hoop de tegenstander op een bluf te betrappen.
High Society
Uitdrukking voor $10.000 in chips. Onder meer gebruikt in de film ‘Rounders’.
Hole Cards
De twee kaarten die je in hold’em gedeeld krijgt als starthand. Andere spelers krijgen de ‘hole cards’ niet te zien, omdat ze face down gedeeld worden.
Idiot End
Het drawen naar de laagste kaart van een straight. Bijvoorbeeld: je hebt 73 en de board is: 8 9 T. Als je een J hit op de turn dan maak je je straat, maar iedereen met een Q maakt een hogere straat. Je moet doorgaans erg voorzichtig zijn met dergelijke draws. Slechte spelers verliezen vaak veel te veel met zulke draws, vandaar de naam ‘Idiot End’.
Kicker
Een kaart die niet een paar maakt en die gebruikt wordt als beslissende factor wanneer twee handen bijna even hoog zijn. Bijvoorbeeld: jij hebt KQ en je tegenstander KJ. De board cards zijn K T 8 5 2. Jullie hebben beiden een paar koningen, maar jij hebt de betere kicker, namelijk de Q tegenover zijn J. Daarom win jij deze hand.
Denk er altijd aan dat een pokerhand bestaat uit vijf kaarten. Als twee spelers een zelfde paar hebben dan worden dus drie kaarten uit de hole cards en de board cards gebruikt als de kickers bij het bepalen van de winnaar.
Leak
Een structurele fout in je spel die maakt dat je minder wint (of meer verliest) dan zou moeten.
Luckbox
Iemand die opvallend veel geluk heeft tijdens het spel. Meestal wordt dan een slechte speler bedoelt die met suckouts telkens een betere hand weet te kraken, maar ook een goede speler die geluk heeft kan een luckbox genoemd worden.
Made hand
Een hand die al compleet is en geen hulp meer nodig heeft van volgende board cards. Bijvoorbeeld: je flopt een flush.
Maniac
De maniac kenmerkt zich door extreem aggressief spel en veel gebluf. Deze speler verliest doorgaans veel geld.
Married
Een sterke starthand door blijven spelen, terwijl gezien het spel in de hand duidelijk is dat je hand niet meer het beste is en je de odds niet hebt om ermee door te spelen.
Micro-limits
De zeer lage limieten die worden aangeboden door online pokerrooms. Limieten als $0.01-$0.02, $0.50-$1.00, etcetera kunnen in een echt casino niet aangeboden worden, omdat ze niet winstgevend zijn voor het huis.
Middle pair
Een paar bestaande uit een van je hole cards en een middelhoge kaart op het board. Zie ook bottom pair, top pair
Muck
1. Gedeelte van de tafel (voor de dealer) waar de kaarten die zijn gefold en de kaarten die de dealer heeft geburnd worden geplaatst.
2. Mucken wordt ook als werkwoord gebruikt. Het geeft aan dat je je hand foldt of dat je je hand niet laat zien op de showdown als je tegenstander de winnende hand toont. Dit laatste wordt gedaan om zo min mogelijk informatie prijs te geven. Zie ook fold.
Multiway pot
Een pot waar door nog tenminste drie spelers om wordt gestreden.
Nuts
De best mogelijke hand op een bepaald moment in een pokerhand.
Outs
Kaarten die je hand verbeteren. Stel je hebt Ad Td en de flop is 8d 4d Ks. Er zitten nog negen ruitens in het spel die je de hoogst mogelijke flush geven. Je hebt hier negen outs.
Overbet
No limit term. Een bet maken die groter is dan het bedrag wat op dat moment in de pot zit.
Overcall
Een bet callen nadat een of meer spelers al gecalld hebben.
Overcard(s)
Een of twee van je hole cards die hoger zijn dan de board cards op dat moment. Bijvoorbeeld: je hebt KQ en de flop is J 8 2. De K en Q zijn hier overcards.
Overpair
Een pocket pair dat hoger is dan de board cards. Bijvoorbeeld: je hebt KK in handen en de flop komt met Q T 4. Je pocket kings zijn hier een overpair.
Paint Cards
De koning (K), vrouw (Q) en boer (J). De kaarten met een plaatje. De termen picture cards of face cards worden ook gebruikt.
Pay Off
Iemand afbetalen. Situatie waarin het er op lijkt dat je hand niet goed meer is, maar waarbij de grootte van de pot en de kans dat je hand toch nog de beste blijkt, een call juist maken.
Pocket Pair
Wanneer je twee kaarten van dezelfde rank als hole cards gedeeld krijgt. Bijvoorbeeld: 99.
Pocket Rockets
Bijnaam voor pocket azen, AA.
Post
Het verplicht inzetten van een blind bet. Dit moet doorgaans als je net aan een tafel plaatsneemt en je mee wilt spelen in de volgende hand, terwijl de big blind je nog niet heeft bereikt.
Pot Committed
Situatie waarin je eigenlijk gedwongen bent om de rest van je stack te callen of te betten, gezien de potgrootte in verhouding tot de chips die je nog over hebt. Je krijgt dus zulke goede pot odds dat folden uitgesloten is.
Quads
Four of a Kind (zie handrankings).
Ragged
Een flop of board met kaarten die waarschijnlijk niemand geholpen hebben. Bijvoorbeeld een flop met Td, 6c, 2s ziet er ragged uit.
Railbird
Een toeschouwer bij een pokergame. Railbirds zie je voornamelijk bij de tafels met hoge limieten, omdat daar de beste en bekendste pokerspelers zitten. De naam komt van de reling (”rail”) waarmee de pokertafels in een casino vaak zijn afgeschermd en waarachter de toeschouwers moeten blijven staan.
Rainbow
Een flop of board met kaarten van verschillende suits. Bijvoorbeeld: een flop met As Qd 6c is een rainbow flop. Dit betekent ook dat er op dit moment geen flush draws mogelijk zijn.
Raise
Het verhogen van de inzet na een bet van een andere speler. Zie ook check, call, fold.
Rake
Het bedrag (meestal een percentage van de pot) dat de pokerroom berekent aan haar spelers. Online ligt dit percentage meestal tussen de 5-10% met een maximum van zo’n $3. In offline casino’s wordt ook wel een vast bedrag per uur gerekend. De rake is wat het inkomen van de pokerroom bepaalt.
Ratholing
Bij ratholing haalt iemand gewonnen geld van tafel door het spel te verlaten en terug te keren met een (veel) kleiner bedrag. Bijvoorbeeld: iemand gaat zitten aan een $50 no-limit tafel met $25 en weet dit snel uit te bouwen naar $100. Op dat moment verlaat hij de tafel en komt na een paar minuten weer zitten, maar nu met $25. Zulk gedrag is bij veel pokerrooms niet toegestaan en het is sowieso slechte poker etiquette.
Represent
Het representeren van een bepaalde hand. Bijvoorbeeld: je hebt JJ en je maakt een raise pre-flop. Een speler callt. De flop komt A, 9, 4 en je bet. Je representeert een aas met een goede kicker.
Ring game
Een pokerspel waarbij spelers kunnen inkopen en uitcashen wanneer ze maar willen. De chips aan tafel representeren echt geld, dit in tegenstelling tot toernooien waarbij men (mits succesvol) achteraf betaald wordt voor het behalen van een bepaalde positie. Synoniem: cash game.
Rock
Een speler die relatief veel foldt en erg weinig raist. Zo’n speler wordt ook wel aangemerkt als tight-passive. Hij zal ongeveer break-even spelen op de lagere limieten. Zijn gebrek aan aggressie en zijn voorspelbare manier van spelen zijn hier de oorzaak van. Het is vaak duidelijk dat hij een monsterhand heeft als hij raist en daarom makkelijk voor jou om je kwetsbare handen te folden. Desondanks heb je liever een paar fish aan je tafel.
Rope-a-dope
Het slowplayen van een hele sterke hand tegen een aggressieve tegenstander om zo meer geld te winnen. Het idee is om zwakte te tonen en de tegenstander te verleiden om te betten of raisen.
Runner
Wanneer een kaart op het board verschijnt op de turn en/of river die je hand maakt. Wanneer je een hand maakt door de juist kaart te krijgen op de turn en de river dan spreekt men van ‘runner-runner’. Bijvoorbeeld een runner-runner flush. Zie ook backdoor flush.
Sandbagging
Sandbagging wordt meestal als synoniem voor slowplaying gebruikt. De term wordt ook wel gebruikt om een check-raise aan te duiden. Er is echter een subtiel verschil tussen slowplaying en sandbagging.
Volgens Sklansky in het boek Hold’em Poker (blz. 56) betekent sandbagging check-raisen of de zeldzame call-reraise play. Hoe dan ook, bij slowplaying speel je over het algemeen een sterke hand zwak voor de hele inzetronde, bij sandbagging toon je eerst zwakte door te checken of te callen, maar na een bet of raise na jou toon je kracht door te (re-)raisen.
Scare Card
Een board card die heel goed de hand van je tegenstander(s) verbeterd kan hebben. Bijvoorbeeld: je hebt top pair en top kicker op een flop die bestaat uit twee ruiten. Je bet en drie spelers callen. De turn brengt een derde ruiten kaart. Dit is een scare card voor je, want het is goed mogelijk dat een tegenstander nu een flush gemaakt heeft.
Set
Three of a Kind (zie handrankings) waarbij je een paar hebt als hole cards en er een zelfde kaart bij de board cards verschijnt. Bijvoorbeeld: je hebt 88 en de flopt komt met 8 K 3. Zie ook: trips.
Shark
Een goede, winnende pokerspeler. De shark speelt tight, aggressive. Hij speelt weinig handen, maar de handen die hij speelt, speelt hij aggressief (veel betten en raisen). Een shark streeft ernaar zoveel mogelijk geld te winnen als hij poker speelt. Dit in tegenstelling tot de fish die vaak probeert zoveel mogelijk potten te winnen en zo juist geld verliest. Een shark is afhankelijk van de slechte spelers.
Short Stack
Een speler met weinig chips voor zich in vergelijking met zijn tegenstanders en/of de hoogte van de blinds.
Side pot
Een pot die gecreëerd is naast de hoofdpot omdat een of meer spelers niet genoeg chips voor zich hadden om een bet/raise geheel te betalen. Deze speler(s) komen niet in aanmerking voor de side pot, maar wel voor de hoofdpot.
Skin
Een pokersite die opereert op een netwerk waarop meerdere pokerrooms zich aangesloten hebben. Deze pokerrooms laten hun spelers tegen elkaar uitkomen op het netwerk, maar de rooms hebben over het algemeen wel een eigen bedrijfsvoering. Een voorbeeld is de Prima skins. Dit pokernetwerk bestaat onder meer uit pokerrooms (skins) als PokerParty, Bet 365 en GGPoker. De spelers zullen tegen elkaar uitkomen op het netwerk, hoewel ze zich bij verschillende rooms hebben ingeschreven.
Slowplaying
Een hele sterke hand spelen alsof je een zwakke hand hebt. Het doel is om op deze manier zoveel mogelijk geld in de pot te krijgen.
Slowroll
Een winnende hand opzettelijk traag tonen bij de showdown om de tegenstander het idee te geven dat hij de beste hand kan hebben. Dit gedrag wordt gezien als erg slechte poker etiquette.
Small Blind (kleine blind)
De kleinste van de twee verplichte inzetten in een Texas Hold’em game. De kleine blind is meestal de helft van een small bet, op sommige limieten tweederde. Zie ook Big Blind.
Smooth call
Callen, meestal als een slowplay met een sterke hand.
Split pot
Een pot die gedeeld wordt door twee of meer spelers, omdat ze handen van gelijke waarde hebben.
Squeeze play
Een reraise met meestal een marginale of slechte hand nadat een speler geopend heeft met een raise en er een of meerdere spelers zijn die de raise gecalld hebben.
Straddle
Een vrijwillige blinde inzet van de speler die under the gun zit. De straddle is doorgaans twee keer zo groot als de big blind. De persoon die de straddle plaatst is als laatste aan de beurt in de pre-flop inzetronde. De straddle wordt met name in live no-limit en pot-limit games gebruikt. Een straddle zorgt voor extra geld in de pot en genereert actie.
Suckout
Iemand maakt op de turn of river een betere hand dan jij. Wordt meestal gebruikt als synoniem voor bad beat.
Suit
De “kleur” van een kaart. Dus: schoppen (spades), klaveren (clubs), harten (hearts) of ruiten (diamonds). In pokerboeken en op websites wordt vaak de eerste letter van de Engelstalige namen van de suits gebruikt om kaarten aan te duiden. Met Qd, Jd wordt bijvoorbeeld vrouw, boer van ruiten bedoeld.
Tell
Een onbewuste aanwijzing die een tegenstander geeft over de sterkte van zijn hand. Denk aan gezichtsuitdrukking, trillende handen, het kijken naar chips, etcetera.
Tilt
Roekeloos spel veelal veroorzaakt door een emotionele uitbarsting van de speler. Een tilt kan zich uiten op verschillende manieren: de speler kan ineens erg loose gaan spelen, erg aggressief of vreemde bluffs gaan maken. Duidelijk is in elk geval dat de speler plotseling een stuk slechter is gaan spelen. Tilten leidt meestal tot grotere verliezen en moet daarom voorkomen worden. Een goede speler moet zich in bedwang kunnen houden ook al zit het hem niet mee.
Top pair
Een paar bestaande uit een van je hole cards en de hoogste kaart op het board. Zie ook bottom pair, middle pair. Voor top pair met de hoogst mogelijke kicker wordt de afkorting TPTK gebruikt. Dat staat voor Top Pair Top Kicker. Een voorbeeld is AK als holecards met een K als hoogste kaart bij de board cards.
Top two pair
Je maakt twee paar, waarbij je je twee holecards paart met de twee hoogste board cards.
Trifecta
Check-raisen op de flop, turn en river.
Trips
Three of a Kind (zie handrankings). Zie ook: set.
Underdog
Wanneer je hand statistisch gezien minder vaak de pot zal winnen dan die van je tegenstander(s).
Under the gun
De speler die in de eerste inzetronde als eerste aan de beurt is. Hij zit dus direct links van de big blind. In de overige inzetrondes is hij als derde aan de beurt na de small blind en de big blind.
Up
Bijvoorbeeld: Aces up of Kings up. Je hebt two pair. Stel je hebt A8 en de board is: A J 8 6 2. Je hebt dan Aces up.
Value bet
Een inzet die je maakt wanneer je denkt dat je de sterkste hand hebt en je afbetaald wilt worden door een tegenstander met een slechtere hand. Je haalt zo extra waarde (value) uit de hand.
Wheel
De laagst mogelijke straat, oftewel: A 2 3 4 5.