Poker is een spel dat bol staat van de afkortingen en termen. Daarom zullen we op de volgende pagina’s zoveel mogelijk pokertermen en afkortingen verklaren. Op deze pagina staan de afkortingen. Op de volgende pagina vind je de pokertermen.
1. Afkortingen
Algemene Kaartaanduidingen
A
Ace, Aas.
K
King, koning.
Q
Queen, vrouw.
J
Jack, boer.
T
Ten, tien.
h
Hearts, harten.
d
Diamonds, ruiten.
c
Clubs, klaveren.
s
Spades, schoppen.
s (2)
Suited. Laat zien dat twee kaarten van dezelfde ‘kleur’ zijn. Met JTs wordt bijvoorbeeld bedoeld dat de boer en de tien van dezelfde kleur zijn, bijvoorbeeld de ruitenboer en de ruitentien.
o
Off-suit. Laat zien dat twee kaarten van een verschillende kleur zijn. JTo kan bijvoorbeeld zijn: de klaverboer en de ruitentien.
Overige
BB
Big Blind (grote blind). Soms wordt met BB ook wel Big Bet bedoeld. Een big blind heeft meestal de geldwaarde van een small bet, terwijl een big bet in geld tweemaal zo groot is als een small bet.
B&M
Brick and Mortar (baksteen en mortel). Hiermee wordt een ‘echte’ pokerroom of casino aangeduid in plaats van een virtuele, online room.
BR
Bankroll. Het totale saldo dat je beschikbaar hebt in je account voor het online pokeren. De grootte van je bankroll bepaalt welke limiet je maximaal kunt spelen.
BvB
Blind versus Blind. Een pot die uitgevochten wordt tussen de small blind en de big blind.
CO
Cut-off. De speler die voor de button zit en dus als een na laatste aan de beurt is in een pokerhand.
EP
Early Position, vroege positie (toelichting).
EV (+ of -)
Expected Value (verwachting of verwachtingswaarde). Term die gebruikt wordt in de kansberekening (link). In poker heeft iedere pokerhand een bepaalde verwachtingswaarde. Bij iedere beslissing die je neemt in een pokerhand (betten, raisen of folden) probeer je de keuze te maken die de beste verwachtingswaarde met zich mee brengt.
FPS
Fancy Play Syndrome. Het toepassen van geavanceerde concepten in verkeerde situaties. Bijvoorbeeld: het slow-playen van een set op een gevaarlijke flop of (semi-)bluffen tegen een calling station.
HE
Hold’em.
HORSE
Pokerspel waarbij de volgende spelvarianten afwisselend gespeeld worden: H – Holdem, O – Omaha hi/lo 8-or-better, R – Razz,
S – Stud (hi only), E – Eight-or-better Stud hi/lo.
HU
Heads-up. Wanneer slechts twee spelers om de pot strijden. Dit kan gebeuren als er geraisd is pre-flop en er slechts een speler gecalld heeft. Ook zijn er tafels voor twee spelers, waar dus voortdurend een tegen een gespeeld wordt.
HUD
Heads-Up Display. Een grafische weergave op online pokertafels van speler- en spelstatistieken die zijn verzameld met pokersoftware, zoals Holdem Manager of PokerTracker
ICM
Independent Chip Model. Een hulpmiddel voor het berekenen van de Expected Value (zie EV) in bepaalde toernooisituaties.
ITM
In The Money. Toernooiterm die aangeeft dat je voldoende hoog geëindigd bent in een toernooi om uitbetaald te krijgen.
LAG/LA
Loose-aggressive. Een speler die relatief veel handen speelt en daarbij relatief veel raist.
LHE
Limit Hold’em.
LP (1)
Late Position, late positie (toelichting).
LP (2)
Loose passive. Een speler die relatief veel starthanden speelt, maar die weinig raist. Een term die voor zo’n speler vaak gebruikt wordt is ‘calling station’. Een fijne tegenstander.
MP
Middle Position, middenpositie (toelichting).
MTT
Multi-Table Tournament. Een toernooi met meer dan 1 tafel met spelers.
NL
No Limit (toelichting).
NLHE
No Limit Hold’em.
OESD
Open-ended Straight Draw. Je hebt bijvoorbeeld 9T in handen en de board cards zijn JQ4. Zowel een K als een 8 op de turn geven je een straat.
OOP
Out Of Position. Je zit uit positie. Je moet eerder een beslissing nemen op een bepaalde straat dan je tegenstander(s).
PFR/PR
Pre-flop raise. Een percentage dat gebruikt wordt om aan te geven met hoeveel procent van zijn starthanden een bepaalde speler pre-flop raist.
PL
Pot Limit (toelichting).
PLO
Pot Limit Omaha.
PLO8
Pot Limit Omaha Hi/Lo 8-or-better.
PP
Pocket Pair. Een paar dat je maakt met je twee holecards. Oftewel de range van paren tussen 22 en AA.
ROI
Return On Investment. Percentage dat je rendement toont bij het spelen van toernooien. Je deelt de nettowinst van het toernooi door de totale buy-in en vermenigvuldigt dit vervolgens met 100. Bijvoorbeeld: je wint een prijs van $100 in een toernooi met een buy-in van $50+$5. Je ROI voor dit toernooi is $45/$55 x 100 = 81,8%.
SB
Small Blind (kleine blind).
SH
Short Handed. Hiermee wordt een tafel aangeduid met (doorgaans) zes spelers of minder. Het kan een full ring (9-10 spelers) tafel zijn waarbij stoelen onbezet zijn, maar er zijn online ook vele tafels waaraan maximaal vijf of zes spelers kunnen spelen.
SN
Screen Name. De naam van een pokerspeler die op de online tafels van een pokerroom getoond wordt.
SnG
Sit and Go. Een pokertoernooi waarbij geen van tevoren vastgestelde begintijd geldt. Wanneer voldoende spelers zich aangemeld hebben om de beschikbare tafel(s) te vullen, gaat het toernooi van start. De meeste Sit and Go’s zijn single-table toernooien, maar er zijn ook multi-table Sit and Go’s.
STT
Single Table Tournament. Een andere term voor een Sit and Go, zie SnG.
TAG/TA
Tight-aggressive. Een speler die relatief weinig handen speelt, maar de handen die hij speelt wel vrij vaak raist.
TPTK
Top Pair, Top Kicker. Bijvoorbeeld: je hebt AK in handen en de flop komt met AJ7. De aas is het top paar op deze board en de koning is hier de hoogst mogelijke kicker.
UTG
Under The Gun. De positie direct links van de big blind. Deze persoon is in de pre-flop inzetronde als eerste aan de beurt.
WSOP
World Series of Poker. Jaarlijkse serie toernooien in Las Vegas, waarbij de winnaar van het Main Event (WSOPME) de grootste geldprijs en de felst begeerde bracelet krijgt uitgereikt.
* Lees verder op de volgende pagina voor veel gebruikte pokertermen!